Wat heb je nodig voor 2 personen?
500 gram magere runderlappen
4 grote uien
2 eetlepels bloem
1 flesje trappist bier (ik gebruik enkel Westmalle)
1 kruidnagel
1 laurierblad
2 eetlepels bruine basterdsuiker
2 eetlepels azijn
½ eetlepel tijm
2 sneetjes bruin brood
1 eetlepel mosterd
peper en zout
boter
1. Verhit de boter in een braadpan en bak hierin het in blokjes gesneden vlees op hoog vuur goudbruin. Breng het vlees op smaak met peper en zout.
2. Haal het vlees uit de pan en fruit de in ringen gesneden ui in
het achtergebleven vet. Voeg de bloem en het suiker aan de ui toe en bak
op laag vuur nog even mee. Niet laten aanbranden natuurlijk!
3. Voeg vervolgens aan de ui het azijn,
bier, het laurierblad, de kruidnagel en de tijm en het vlees toe. Laat
het mengsel aan de kook komen en draai dan het vuur laag.
4. Leg het deksel op de pan en laat het gerecht circa een half uur op laag vuur stoven.
5. Haal de korsten van de sneetjes brood
af en besmeer het brood rijkelijk met grove mosterd. Leg na een half uur
de sneetjes brood op het stoofvlees en laat vervolgens nogmaals een uur
meestoven.
6. Roer met een houten lepel na een half uur het brood door het stoofvlees, zodat het gerecht gaat binden.
7. Leg het deksel weer op de pan en laat
het gerecht vervolgens nog twee tot drie uur op laag vuur
stoven. Mocht je in de tussentijd merken dat het gerecht begint aan te
branden doordat er te weinig vocht in zit, kun je beetje bij beetje wat
water toevoegen. Het vlees is gaar als het lekker uit elkaar valt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten